In mijn vorige blog beantwoorde ik de vraag van Inge, maar zij is zeker niet de enige met vragen over fotografie. Ook kreeg ik een vraag van Eric, hij wil graag meer weten over het gebruik van een externe flitser.
De meeste mensen gebruiken een flitser niet graag en dat is heel begrijpelijk. Flitsen geeft namelijk heel hard licht en daarbij dus harde schaduwen, waardoor alle sfeer uit je foto’s verdwijnt. Echter, een externe flitser, ook wel reportageflitser genoemd, kan je op veel verschillende manieren gebruiken. In deze blog zal ik verschillende tips geven, echter een reportage flitser heeft zoveel mogelijkheden dat ik onmogelijk alles in een keer kan vertellen.
(Voorbeeld direct flitsen)
Vandaag het begin, de volgende keer vertel ik meer…
Als je de flitser op je camera gebruikt dan staat deze bij het aanzetten standaard in de TTL modus (Through the lens / door de lens), dit betekend dat de flitster zelf door de lens de mate van flitsintensiteit bepaalt, hier kun je zelf niets aan wijzigen.
Er zijn verschillende manieren om je camera met flitser te gebruiken.
Direct flitsen
Als je de flitser rechtstreeks op je onderwerp richt dan wordt deze heel hard belicht. Dit kan een specifieke keuze zijn. De beroemde fotograaf Weegee fotografeerde in de jaren 30 in New York veelal op deze manier.
Maar als je dat niet wilt, heb je verschillende middelen om dit te voorkomen:
De diffusorkap
De diffusorkap is een witte lichtdoorlatende kap welke je over de kop van je flitser kunt schuiven. Flitsen met een diffusorkap verzacht de belichting van foto’s. Het kapje houdt een deel van het flitslicht tegen, hierdoor vermindert de hoeveelheid flitslicht en wordt het dus zachter, ook wordt het breder verdeeld over de ruimte.
De stuiterkaart
Veel flitsers hebben een ingebouwde stuiterkaart, dit witte kaartje kun je uit de kop trekken en steekt dan recht om hoog. Als je de stuiterkaart gebruikt moet je je flitser op het plafond richten. Als je nu flits zal de stuiterkaart enig flitslicht rechtstreeks naar het model reflecteren. Waardoor je soms zelf de lichtjes in ogen kunt creëren en de ogen meer gaan stralen. Dit is dus met name mooi als je personen fotografeert.
(Voorbeeld direct flitsen)
Indirect flitsen
Met indirect flitsen wordt bedoelt dat je een muur of een ander aanwezig object gebruikt om de flits te weerkaatsen, de flits gaat via dus via de muur naar het onderwerp, dus indirect.
Als er een wit, niet al te hoog plafond is, kun je de flitser recht om hoog laten flitsen. Het witte plafond fungeert dan als weerkaatsing, waardoor het licht wordt verspreid en er een gedeelte van het flitslicht op je onderwerp terecht komt. Door de omweg én de verminderde hoeveelheid licht, is dit licht veel minder hard en zo ook de schaduwen. Hierbij moet je wel opletten dat het licht dus vooral van boven komt (als je via het plafond flitst) dit geeft weer andere schaduwen op het onderwerp of in het gezicht van je model.
(Voorbeeld indirect flitsen)
Dit zijn een paar manieren waarop je de flitser kunt gebruiken, maar er zijn nog zoveel meer mogelijkheden, zoals:
- Flitsen op het tweede gordijn
- Manueel flitsen
- Invulflitsen
- De flitser los van de camera gebruiken
- Flitsen met een trage synchronisatietijd
Een volgende keer zal ik een andere toepassing van de reportageflitser uitlichten.
Ik hoor graag of jij graag flitst of niet en hoe je de flitser dan gebruikt.